CSRD Richtlijn
Als gevolg van de EU Green Deal is door de Europese Commissie in 2022 de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) aangenomen. De CSRD is een richtlijn die grote ondernemingen verplicht om te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. De rapportage, ook wel duurzaamheidsverslag of ESG rapportage genoemd, moet aan een bepaalde standaard, de European Sustainability Reporting Standards (ESRS), voldoen. Bovendien moet het duurzaamheidsverslag worden gecontroleerd door een externe accountant. De CSRD wordt vanaf 2024 gefaseerd ingevoerd:
Middelgrote en kleine ondernemingen zijn voorlopig vrijgesteld van deze verplichting. Het keteneffect van de CSRD zal er mogelijk wel voor zorgen dat middelgrote en kleinere ondernemingen sneller in actie zullen gaan komen dan de wet van hen vereist.
Stappenplan voor grote ondernemingen
De Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA) heeft een White paper uitgegeven waarin zij een toelichting geven op de CSRD- vereisten en een ondersteuning bij het voldoen aan deze regels. Het netwerk van Samenwerkende Registeraccountants (SRA) heeft een praktijkhandreiking voor ESG transparantie opgesteld. Verder heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) in samenwerking met de Sociaal-Economische Raad (SER) een document opgesteld met daarin veel voorkomende vragen met antwoorden over de CSRD en ESRS:
NBA – White paper toelichting CSRD-vereisten
SRA – Handreiking ESG-transparantie (update)
RJ en SER – FAQ over de CSRD en ESRS
Het stappenplan dat wordt aanbevolen voor grote ondernemingen ziet er als volgt uit:
In deze eerste stap voert de onderneming een risicoanalyse uit, waarbij wordt uitgegaan van twee invalshoeken: financiële materialiteit (outside-in) en impact materialiteit (inside-out).
Bij financiële materialiteit worden duurzaamheidsonderwerpen bepaald die een financiële impact hebben op het bedrijf op de korte, middellange of lange termijn. Dit zijn bijvoorbeeld risico’s voor een bedrijf door klimaatverandering (hitte/overstroming) of grondstoffenschaarste.
Impact materialiteit omvat de effecten (impact) van de bedrijfsactiviteiten van de onderneming op de maatschappij (mens en milieu) voor de korte, middellange of lange termijn, zoals bijvoorbeeld vervuiling, CO2-uitstoot of schending van mensenrechten.
Zie het stappenplan van NBA voor meer informatie:
Voor ieder materieel onderwerp dat is vastgesteld in stap 1 moet worden gerapporteerd over de volgende aspecten: strategie, implementatie en performance. De EU verwacht dat voor elk materieel onderwerp sprake is van een volwassen sturings- en beheersingsomgeving binnen de organisatie. Dit is natuurlijk in de praktijk voor duurzaamheidsonderwerpen vaak nog niet het geval.
In deze stap wordt vastgesteld welk beleid nodig is en hoe benodigde bedrijfsprocessen moeten worden ingericht.
In deze stap wordt inzichtelijk gemaakt wat de onderneming tot op heden al heeft ingericht en gedaan op het gebied van duurzaamheid. Door dit te vergelijken met het gewenste beleid en benodigde bedrijfsprocessen van stap 2 wordt duidelijk welke acties nog ondernomen moeten worden.
Voor elk van de materiële thema’s van stap 1 moeten ESG doelen worden gedefinieerd, en moet een actieplan worden opgesteld om deze doelen te realiseren. Daarnaast moet voortgang meetbaar worden gemaakt door bijpassende ESG indicatoren te definiëren. Voor een deel van de onderwerpen schrijft het ESRS-raamwerk indicatoren voor, maar op basis van de dubbele materialiteit kunnen nog aanvullende indicatoren nodig zijn.
In deze stap worden de benodigde ESG doelen en indicatoren vastgesteld.
In deze stap wordt gestart met het meten van data. Er wordt een interne rapportage opgesteld, op basis waarvan de duurzaamheidsprestaties kunnen worden gemonitord en bijgestuurd. Als beleid, gedefinieerde acties, ESG doelstellingen en indicatoren betrouwbaar gemeten kunnen worden, dan heeft de rapportage het gewenste niveau van kwaliteit bereikt. In overleg met de accountant of extern adviseur kan indien nodig een extra verbeterslag worden gemaakt waarna de rapportage kan worden opgenomen in het jaarverslag.
In de laatste stap van het proces kan de onderneming rapporteren in lijn met de vereisten van de CSRD en het ESRS-raamwerk. De informatie die aangeleverd wordt, is juist, volledig en voldoende betrouwbaar, zodat de accountant er een positief oordeel over kan vellen.